Vrijheid van meningsuiting is voor iedereen een belangrijk mensenrecht, maar dat geldt ook voor het recht om niet gediscrimineerd te worden. Niemand wil achtergesteld of uitgesloten worden omdat hij of zij een bepaalde afkomst, huidskleur of godsdienst heeft. Ook het verbod op discriminatie behoort tot de kern van de mensenrechten.
Wat nu als je met een bepaalde opmerking in het openbaar iemand discrimineert? Je mag alles zeggen, maar waar ligt in dat geval de grens tussen de vrije meningsuiting en het verbod op discriminatie?
In het algemeen geldt dat de vrijheid van meningsuiting een paar beperkingen heeft. Je mag bijvoorbeeld niet zomaar bedrijfsgeheimen (zoals gegevens van klanten of een productieproces) of een militair plan van de overheid openbaar maken. En als er een noodtoestand is, of het is oorlog, dan mag de overheid de vrije meningsuiting van burgers inperken.
Ook mag je niet iemand zwart maken en leugens over mensen verspreiden. En je mag niet oproepen tot geweld, discriminatie of moord. Als je dat doet, ben je – in de meeste landen strafbaar. Het kan dus voorkomen dat een rechter iemand veroordeelt op grond van het feit dat hij of zij oproept tot discriminatie.
Hoewel het niet altijd duidelijk is waar de grens ligt tussen discriminatie en vrije meningsuiting, zijn er dus wel richtlijnen en afspraken die helpen om deze grens te bepalen.