Wat voor onderzoek is er gedaan naar de authenticiteit van het dagboek?
Vanwege de aanhoudende beschuldigingen tegen het dagboek van Anne Frank in de jaren '60 en '70 is, mede op initiatief van Otto Frank, een aantal onderzoeken gedaan naar de authenticiteit van het dagboek.
Het meest uitgebreide onderzoek is in de eerste helft van de jaren '80 uitgevoerd door het Nederlands Gerechtelijk Laboratorium op verzoek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD). De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport van ruim 250 pagina's. Het grootste deel van het rapport wordt in beslag genomen door de bevindingen van een gedetailleerde handschriftvergelijking, maar er is ook een forensisch documentenonderzoek uitgevoerd. De Dagboeken van Anne Frank, de zogenaamde kritische editie van het RIOD in 1986, bevat een 65 pagina's tellende samenvatting van het rapport van het Gerechtelijk Laboratorium.
Het NIOD concludeert: "Het rapport van het Nederlands Gerechtelijk Laboratorium heeft overtuigend aangetoond dat de beide versies van het dagboek van Anne Frank in de jaren 1942 - 1944 door haar zijn geschreven. De aantijgingen dat ze door iemand anders (al of niet na de oorlog) zouden zijn vervaardigd, zijn daarmee afdoende weerlegd."
Duits onderzoek
Vóór het onderzoek van het Gerechtelijk Laboratorium in de jaren tachtig was er ook al eerder onderzoek gedaan. In 1959 zijn de manuscripten van Anne Frank onderzocht door grafologen (handschriftdeskundigen) in Duitsland, ter voorbereiding op een rechtszaak die was aangespannen door Otto Frank.
In maart 1960 kwamen de Hamburgse grafologen in hun 131 pagina's tellende rapport tot de conclusie dat alle aantekeningen in de dagboeken en de losse vellen, en alle correcties en toevoegingen, 'identiek' waren aan het handschrift van Anne. Het rapport concludeert ook dat de losse vellen niet vóór de drie dagboekboeken zijn geschreven. Tenslotte wordt geconcludeerd dat "(...) de als Das Tagebuch der Anne Frank in de Duitse vertaling verschenen tekst naar inhoud en gedachten als authentiek gekarakteriseerd moet worden."
In Duitsland vond in 1980 ook nog een zeer beperkt onderzoek plaats, eveneens ter voorbereiding op een rechtszaak, ditmaal uitgevoerd door het Bundeskriminalamt (BKA) in Wiesbaden. Het BKA kwam tot de conclusie dat alle gebruikte soorten papier en inkt vóór 1950 waren vervaardigd, en dus in de oorlogsjaren konden zijn gebruikt.