Het is half één. De hele rataplan haalt opgelucht adem. Nu zijn mijnheer Van Maaren, de man met het duistere verleden, en mijnheer De Kok tenminste naar huis. Boven hoort men het stompen van de stofzuiger over mevrouw haar mooie en ene kleedje. Margot neemt een paar boeken onder haar arm en gaat naar het onderwijs voor ‘kinderen die niet verder komen’, want daarop lijkt Pfeffer wel.
Pim gaat met zijn onafscheidelijke Dickens-boek in een hoekje zitten om toch maar ergens rust te vinden. Moeder spoedt zich een etage hoger om de nijvere huisvrouw te helpen en ik ga naar de badkamer om die een beetje op te knappen, tegelijk met mijzelf.
Kwart vóór één: het ‘emmertje’ druppelt vol. Eerst komt mijnheer Gies, dan Kleiman of Kugler, Bep en soms ook even Miep.
Eén uur: gespannen zit iedereen te luisteren naar de B.B.C. Geschaard om het babyradiootje zitten ze. Dit zijn de enige minuten waar de leden van het Achterhuis elkaar niet in de rede vallen, want er spreekt iemand die zelfs mijnheer Van Pels niet tegenspreken kan.
Kwart over één: de grote uitdeling. Ieder van beneden krijgt een kopje soep en als er eens een toetje mocht zijn, ook iets hiervan. Tevreden gaat mijnheer Gies op de divan zitten of tegen de schrijftafel leunen. De krant, het kopje en meestal poes naast zich. Als één van deze drie ontbreekt zal hij niet nalaten te protesteren. Kleiman vertelt de laatste nieuwtjes uit de stad. Hij is daarvoor inderdaad een uitstekende bron. Kugler komt holderdebolder de trap op. Een korte en stevige tik op de deur en hij komt handenwrijvend binnen, al naar gelang de stemming goed gemutst en druk of slecht gehumeurd en stil.
Kwart vóór twee: de eters verheffen zich en ieder gaat weer naar zijn eigen bezigheden. Margot en Moeder doen de afwas, mijnheer en mevrouw op de divan, Peter op zolder, vader op de divan, Pfeffer ook en Anne aan werk. Nu volgt het rustigste uurtje, als allen slapen. Niemand wordt gestoord. Pfeffer droomt van lekker eten, daar ziet z’n gezicht echt naar uit maar ik kijk niet lang, want de tijd gaat snel en om vier uur staat de pedante dokter al met de klok in de hand omdat ik een minuut over tijd ben.